Jump to content
openSUSE Leap 15.1

Uitgavenotities

openSUSE Leap is een vrij en op Linux gebaseerd besturingssysteem voor uw pc, laptop of server. U kunt op het web surfen, uw e-mailberichten en foto's beheren, kantoorwerk doen, video's of muziek afspelen en veel plezier hebben!

Medewerkers: Ruurd Pels, Rinse de Vries, Freek de Kruijf, en Nathan Follens
Publicatiedatum: 2021-02-11, : 15.1.20210211

Het einde van de onderhoudsperiode voor openSUSE Leap 15.1 is nu bereikt. Om uw systemen veilig en bijgewerkt te houden dient u op te waarderen naar een huidige openSUSE versie. Ga alvorens het opwaarderen te beginnen na of alle items voor bijwerken van openSUSE Leap 15.1 zijn toegepast.

For more information about upgrading to a current openSUSE version, see https://en.opensuse.org/SDB:System_upgrade.

Als u opwaardeert van een oudere versie naar de Leap-uitgave van openSUSE, bekijk dan hier de vorige uitgavenotities: https://nl.opensuse.org/openSUSE:Release_Notes.

Informatie over het project is beschikbaar op http://opensuse.org.

1 Installatie

Deze sectie bevat aan installatie gerelateerde notities. Voor gedetailleerde instructies voor opwaarderen bekijkt u de documentatie op https://doc.opensuse.org/documentation/leap/startup/html/book.opensuse.startup/part-basics.html.

1.1 Atomisch bijwerken met de systeemrol Transactionele server

Het installatieprogramma ondersteunt de systeemrol Transactionele server. Deze systeemrol levert een nieuw systeem voor bijwerken dat het bijwerken atomisch (als een enkele bewerking) toepast en het gemakkelijker maakt ze terug te draaien als dat noodzakelijk wordt. Deze functies zijn gebaseerd op de hulpmiddelen voor pakketbeheer waar alle andere SUSE en openSUSE distributies ook van afhankelijk zijn. Dit betekent dat de grootste hoeveelheid RPM-pakketten die werken met andere systeemrollen van openSUSE Leap 15.0 ook werken met de systeemrol Transactionele server.

Opmerking
Opmerking: Incompatibele pakketten

Sommige pakketten modificeren de inhoud van /var of /srv in hun RPM %post scripts. Deze pakketten zijn incompatibel. Als u op zo'n pakket stuit, stuur dan een bugrapport.

Om deze functies te leveren, hangt dit systeem voor bijwerken af van:

  • Btrfs snapshots.  Voordat het bijwerken van een systeem start, wordt een nieuw Btrfs snapshot van het root-bestandssysteem gemaakt. Daarna worden alle wijzigingen uit het bijwerken geïnstalleerd in die Btrfs snapshot. Om het bijwerken te voltooien kunt u dan het systeem in de nieuwe snapshot opnieuw starten.

    Om het bijwerken ongedaan te maken, boot in plaats daarvan opnieuw vanaf de vorige snapshot.

  • Een alleen-lezen root-bestandssysteem.  Om problemen met en gegevensverlies te vermijden vanwege het bijwerken, moet er in het root-bestandssysteem niet meer geschreven worden. Daarom wordt het root-bestandssysteem alleen-lezen aangekoppeld gedurende het normale werk.

    Om deze opzet te laten werken moeten er twee extra wijzigingen aan het bestandssysteem gemaakt worden: om schrijven naar de gebruikersconfiguratie in /etc toe te staan, wordt deze map automatisch geconfigureerd om OverlayFS te gebruiken. /var is nu een apart subvolume dat door processen beschreven kan worden.

Belangrijk
Belangrijk: Transactionele server heeft minstens 12 GB schijfruimte nodig

De systeemrol Transactionele server heeft minstens 12 GB nodig om Btrfs snapshots te kunnen bevatten.

Om te werken met transactioneel bijwerken, moet u altijd het commando transactional-update gebruiken in plaats van YaST en Zypper voor alle beheer van software:

  • Het systeem bijwerken: transactional-update up

  • Een pakket installeren: transactional-update pkg in PAKKETNAAM

  • Een pakket verwijderen: transactional-update pkg rm PAKKETNAAM

  • Om de laatste snapshot terug te draaien, dat is de laatste set wijzigingen naar het root-bestandssysteem, ga na dat uw systeem wordt geboot in de een na laatste snapshot en voer uit: transactional-update rollback

    Voeg als optie een snapshot-ID toe aan het eind van het commando om terug te draaien naar een specifieke ID.

Bij gebruik van deze systeemrol zal het systeem standaard dagelijks zichzelf bijwerken en opnieuw opstarten tussen 03:30 uur en 05:00 uur. Beide acties zijn gebaseerd op systemd en kan, indien nodig, uitgeschakeld worden met systemctl:

systemctl disable --now transactional-update.timer rebootmgr.service

Voor meer informatie over transactioneel bijwerken, zie de openSUSE Kubic blog posts https://kubic.opensuse.org/blog/2018-04-04-transactionalupdates/ en https://kubic.opensuse.org/blog/2018-04-20-transactionalupdates2/.

1.2 Installeren op vaste schijven met een capaciteit minder dan 12 GB

Het installatieprogramma zal alleen een partitioneringsschema voorstellen als de beschikbare grootte op de vaste schijf groter is dan 12 GB. Als u het wilt opzetten, bijvoorbeeld, op erg kleine images van virtuele machines, gebruik dan het begeleide partitioneringsprogramma om partitioneringsparameters handmatig in te stellen.

1.3 UEFI—Unified Extensible Firmware Interface

Alvorens openSUSE te installeren op een systeem dat opstart met UEFI (Unified Extensible Firmware Interface), wordt u dringend aangeraden om te controleren op firmware-updates aanbevolen door de maker van de hardware en, indien beschikbaar, zo'n update te installeren. Een vooraf geïnstalleerde Windows 8 of later is een sterke aanwijzing dat uw systeem opstart met UEFI.

Achtergrond: Sommige UEFI-firmware heeft bugs die het laten breken als te veel gegevens naar het opslaggebied van UEFI worden geschreven. Er zijn echter geen heldere gegevens over hoeveel "te veel" is.

openSUSE minimaliseert het risico door niet meer weg te schrijven dan het noodzakelijke minimum nodig om het besturingssysteem op te starten. Het minimum betekent het aan de UEFI-firmware vertellen van de locatie van de openSUSE-bootloader. Bovenstroomse functies van de Linux-kernel, die het UEFI-opslaggebied gebruikt voor opslag van opstart- en crashinformatie (pstore), zijn standaard uitgeschakeld. Niettemin is het aanbevolen om elke firmware-update die de maker van de hardware aanbeveelt, uit te voeren.

1.4 UEFI-, GPT- en MS-DOS-partities

Samen met de EFI/UEFI-specificaties is er een nieuwe manier van partities maken gekomen: GPT (GUID Partition Table). Dit nieuwe schema gebruikt globaal unieke identifiers (128-bit waarden getoond in 32 hexadecimale tekens) om apparaten en typen partities te identificeren.

Bovendien staat de UEFI-specificatie ook verouderde MBR (MS-DOS)-partities toe. De Linux-bootloaders (ELILO of GRUB2) proberen automatisch een GUID voor deze ouderwetse partities aan te maken en schrijven ze naar de firmware. Zo'n GUID kan frequent wijzigen, wat opnieuw schrijven in de firmware veroorzaakt. Herschrijven bestaat uit twee verschillende bewerkingen: verwijderen van het oude item en aanmaken van een nieuw item dat de eerste vervangt.

Moderne firmware heeft een garbage-collector die verwijderde items verzameld en het voor oude items gereserveerde geheugen vrijmaakt. Er ontstaat een probleem wanneer defecte firmware dit niet verzamelt en deze items niet vrijmaakt; dit kan eindigen met een systeem dat niet opgestart kan worden.

Er omheen werken is eenvoudig: converteer de verouderde MBR-partitie naar GPT.

2 Systeemopwaardering

Dit gedeelte bevat aantekeningen in verband met opwaarderen van het systeem. Voor ondersteunde scenario's en gedetailleerde instructies voor opwaarderen, bekijk de documentatie op:

Controleer bovendien de paragraaf “Wijzigingen in pakketten”.

3 Wijzigingen in pakketten

3.1 Verouderde pakketten

Verouderde pakketten worden nog steeds geleverd als onderdeel van de distributie maar zijn gepland om verwijderd te worden in de volgende versie van openSUSE Leap. Deze pakketten bestaan om migratie te ondersteunen, maar hun gebruik wordt ontmoedigd en ze worden mogelijk niet bijgewerkt.

Om te controleren of geïnstalleerde pakketten niet langer worden onderhouden: ga na dat lifecycle-data-openSUSE is geïnstalleerd, gebruik daarna het commando:

zypper lifecycle

3.2 Verwijderde pakketten

Verwijderde pakketten worden niet langer meer geleverd als onderdeel van de distributie.

  • certbot: vervangen door python-certbot.

  • git-annex: Is verwijderd omdat het pakket niet neer wordt onderhouden.

  • erlang-rebar: kon niet worden gebouwd

  • iksemel: Is verwijderd omdat het pakket niet langer wordt onderhouden.

  • mozaddon-bugmenot: Is verwijderd omdat de add-on nit langer compatibel is met huidige versies van Firefox.

  • libatlas3: kon niet worden gebouwd

  • castor: kon niet worden gebouwd

  • susedoc-buildbook: is verwijderd omdat het pakket niet langer wordt onderhouden.

  • yast2-fonts: is verwijderd omdat het pakket niet meer wordt onderhouden.

4 Bureaublad

Deze sectie geeft een lijst met problemen op het bureaublad in openSUSE Leap 15.1.

4.1 NIS/ypbind en NetworkManager

Als u NIS voor authenticatie op uw werkstation gebruikt, bevelen we aan wicked te gebruiken in plaats van NetworkManager voor beheer van netwerkinterfaces, omdat ypbind niet goed integreert met NetworkManager.

5 Beveiliging

Deze sectie biedt een lijst met wijzigingen in beveiligingsfuncties in openSUSE Leap 15.1.

5.1 Gebruikers en groepen geassocieerd met AMANDA hulpmiddel voor reservekopie

AMANDA (Advanced Maryland Automatic Network Disk Archiver) is een oplossing voor het maken van een reservekopie die in staat stelt een master-backup-server op te zetten voor het maken van reservekopieën van meerder hosts in het netwerk naar tapeapparaten/wisselaars of schijven of optische media. Dit hulpmiddel wordt geleverd in openSUSE binnen het pakket amanda.

Het uitvoeren van de programma's in dit pakket is beperkt tot de groep amanda. Sommige van dezeprogramma's gebruiken het attribuut setuid om recten van root te krijgen. Omdat de implementatie van minstens enige van deze programma's problematisch is, heeft de gebruiker amanda en leden van de groep amanda effectief dezelfde rechten als die van root.

Bekijk dus zorgvuldig wie u toegang geeft tot ofwel het gebruikersaccount of de groep.

6 Meer informatie en terugkoppeling

  • Lees de documenten README op het medium.

  • Bekijk gedetailleerde log met informatie over een specifiek pakket uit zijn RPM:

    rpm --changelog -qp BESTANDSNAAM.rpm

    Vervang BESTANDSNAAM door de naam van de RPM.

  • Controleer het bestand ChangeLog op het topniveau van het medium voor een chronologische log van alle wijzigingen gemaakt aan de bijgewerkte pakketten.

  • Meer informatie in de map docu op het medium.

  • Voor extra of bijgewerkte documentatie, zie https://doc.opensuse.org/.

  • Voor het laatste nieuws van openSUSE, zie https://www.opensuse.org.

Copyright © SUSE LLC

Deze pagina afdrukken